Het eten van vette vis verkleint risico op ALS

Gepubliceerd op 20 september 2014

Het eten van omega-3 vetzuren, zoals in vette vis, verkleint de kans op ALS.

De kans op ALS in de algemene bevolking is klein en wordt door het eten van omega-3 vetzuren nog kleiner. De onderzoeksbevinding geldt voor de sporadische (niet erfelijke) vorm van ALS. Onderzoekers rapporteren dat mensen door de inname van omega-3 vetzuren 35 procent minder kans hebben om ALS te krijgen. Deze bevinding is het resultaat van een jarenlang Amerikaans onderzoek, dat in het tijdschrift JAMA Neurology gepubliceerd werd. Het is niet zeker of het eten van omega-3 vetzuren ook de kans op ALS verkleint voor mensen met een erfelijke vorm van ALS in hun familie.

Er werd al eerder vermoed dat omega-3-vetzuren de kans op ALS verkleinden, maar dat werd vorig jaar nog in twijfel getrokken. Uit een onderzoek op muizen bleek immers net het tegenovergestelde. Voor het nieuwe onderzoek werd de voedselinname en de gezondheid van een grote groep mensen jarenlang gevolgd. Deze resultaten lijken dus echt aan te geven dat omega-3 vetzuren een beschermende werking hebben.

Omega-3 vetzuren zitten in vette vis, zoals zalm, makreel, ansjovis, haring en sardines. Ook noten en lijnzaad- en raapzaadolie bevatten veel omega-3. Het vetzuur verlaagt niet enkel de kans op ALS, maar is ook goed voor je hart en hersenen. Om die laatste reden adviseert het Voedingscentrum om tweemaal per week vis te eten. Voor mensen die geen vis eten, zijn visoliecapsules met de omega-3-vetzuren EPA en DHA een alternatief.

vis