Ondanks ademhalingszwakte hebben niet alle ALS-patiënten last van kortademigheid. Er zijn meerdere oorzaken mogelijk, zoals stress, angst, onder- en overbelasting en hyperventilatie. De behandeling bestaat uit inzicht geven, het leren van ademtechnieken, ontspanning, afstemmen van belasting op belastbaarheid en medicatie.
Door afnemende spierkracht wordt de ademhaling minder krachtig. Zowel het middelrif als de spieren in de rug en zij worden zwakker. De borstkas kan daarom minder goed uitzetten en terug bewegen. Zowel de in- als uitademing worden daardoor minder diep.
De minst inspannende manier van ademen is de lage buikademing in zittende houding. Als de patiënt op de rug of op de buikt ligt moet het middenrif krachtiger aanspannen om de buikinhoud weg te duwen. De fysiotherapeut kan helpen met ademhalingsoefeningen en hoesttechnieken.
Bij inspannende activiteiten is er meer ademhaling nodig. Als de ademfuncties beperkt zijn is het verstandig om de lichamelijke activiteiten minder intensief te maken. Ook is het belangrijk om inspanning af te wisselen met rustmomenten.
Medicatieve mogelijkheden zijn ontspanningsmiddelen en morfine.