Lood risicofactor voor ALS?

Laatst bijgewerkt op 18 januari 2021

ALS Centrum Nederland doet onderzoek naar schadelijke stoffen die mogelijk verband zouden kunnen houden met het risico op ALS. In dit webartikel bespreken we het onderzoek naar lood en ALS. 

Lopende onderzoeken naar ALS en lood van het ALS Centrum

Het ALS Centrum doet op de volgende manieren onderzoek naar lood:

  1. In de doorlopende NMZ Biobank (voormalige PAN-studie) nodigen we alle ALS-patiënten uit om vragenlijsten in te vullen. Hierin vragen we onder andere naar welk werk ze hebben gedaan en waar ze hebben gewoond. Op basis van welk werk ze voor hoeveel jaren hebben gedaan bepalen wij met behulp van tabellen in welke mate de patiënt aan schadelijke stoffen, waaronder lood, heeft blootgestaan. Ook gezonde controlepersonen vullen deze vragenlijsten in en ook voor hen rekenen we uit in hoeverre zij aan schadelijke stoffen hebben blootgestaan. Door de blootstelling van ALS-patiënten en controlepersonen te vergelijken kunnen we onderzoeken welke schadelijke stoffen gerelateerd zijn aan ALS.
  2. We kijken samen met het IRAS (Institute for Risk Assessment Sciences) van de Universiteit Utrecht naar metingen uit een grootschalig Europees bevolkingsonderzoek (EPIC) waar patiënten aan hebben meegedaan voordat zij ALS kregen. Op deze manier kunnen de loodconcentraties voorafgaand aan de diagnose worden onderzocht. Als blootstelling aan lood een risicofactor voor ALS is dan zou te verwachten zijn dat de concentratie in het bloed voorafgaand aan de diagnose verhoogd is. Door al deze bloedmonsters te onderzoeken kan prospectief worden gekeken of een verhoogde loodconcentratie ook tot een verhoogd risico op ALS bestaat. Zo kan worden onderzocht of lood één van de oorzaken is van ALS.
  3. Via www.als-centrum.nl houden wij u op de hoogte zodra er nieuwe studieresultaten zijn van deze studie of van internationale collega onderzoekers.

Deelname aan het onderzoek

Voor dit onderzoek is het van groot belang dat zoveel mogelijk mensen met ALS, PSMA en PLS meedoen! Hoe meer patiënten meedoen hoe beter en betrouwbaarder de resultaten zijn.  Lees meer over deelname of meld u meteen aan.

Afgeronde wetenschappelijke studies naar ALS en lood

Blootstelling aan zware metalen, inclusief lood, wordt al langere tijd geopperd als risicofactor voor ALS. Tientallen jaren geleden was dit slechts gebaseerd op individuele case reports, later werd dit aangevuld met epidemiologische studies. In deze studies zijn concentraties van lood in het menselijk lichaam gemeten: in bloed, hersenvocht, bot en spier. Een andere vorm van onderzoek is kijken naar de incidentie in verschillende regio’s in relatie tot de bron van loodblootstelling, bijvoorbeeld een fabriek waarin wordt gewerkt met lood. Het nadeel van de betreffende studies is dat deze veelal gebaseerd zijn op retrospectief onderzoek, waarbij bij ALS-patiënten wordt gekeken naar de blootstelling aan lood in het verleden. Een nadeel van dit type studies is dat er sprake kan zijn van zogenaamde ‘recall bias’. Dat wil zeggen dat een patiënt zich historische gebeurtenissen en blootstellingen beter of anders herinnert in vergelijking met een controlepersoon. Het gevolg hiervan is risico-overschatting. Idealiter zouden alle mensen met blootstelling aan een schadelijke stof worden opgevolgd (prospectief onderzoek), zodat een volledig beeld wordt verkregen van of zij ziekteverschijnselen ontwikkelen. Prospectief onderzoek is tot nu toe echter nog niet verricht.

Het is uit wetenschappelijk onderzoek nog niet duidelijk of blootstelling aan lood een risicofactor is voor ALS.

Dr. Susan Peters
  • epidemioloog, UMC Utrecht en IRAS

Ik doe epidemiologisch onderzoek naar risicofactoren voor ALS en gerelateerde aandoeningen.

Heeft u feedback op dit artikel? Laat het ons weten.