Bij ALS, PSMA en PLS kan de revalidatiearts en/of huisarts per patiënt een afweging maken of gebruik van antistollingsmiddelen aangewezen is. Antistollingsmiddelen zijn medicijnen die de stolling van het bloed verminderen of vertragen. Ze worden ook wel bloedverdunners genoemd. Dit is eigenlijk niet de juiste naam. Het bloed wordt niet dunner, het stolt alleen minder snel.
Bij een snel progressief beloop van ALS met immobiliteit en bij patiënten met morbiditeit lijkt preventief gebruik van antistollingsmiddel (profylaxe trombose) geïndiceerd. Vanuit de literatuur is echter geen overtuigend bewijs voor profylactische behandeling voor DVT (Diep Veneuze Trombose) en longembolie bij patiënten met ALS in de thuissituatie. Ook voor vergelijkbare patiëntengroepen was geen bewijs voor profylactische behandeling van DVT en longembolie. Er bestaat bij gebruik van standaard anti-stollingsmiddelen een risico op complicaties (bloedingen) bij valpartijen. Er moet daarom in elk individueel geval een afweging worden gemaakt.