Project IGNAGE – genetica gecombineerd met MRI

Laatst bijgewerkt op 18 januari 2021

In studieverband zijn op MRI-scans van de hersenen van ALS-patiënten specifieke afwijkingen zichtbaar. Ook zijn voor ALS duidelijke risicogenen aangetoond. Hoe deze genetische afwijkingen leiden tot de ziekte ALS en de voor ALS karakteristieke afwijkingen op MRI-scans is vooralsnog onduidelijk. In 2018 is daarom het project ‘IGNAGE’ gestart. Het doel van dit project is nieuwe ALS-genen te vinden door genetische- en MRI-data te integreren. De eerste resultaten zijn nu beschikbaar.

In project IGNAGE, Imaging Genomics for te Discovery of new ALS Genes, werd de afmeting (dikte) van de hersenschors van 189 ALS-patiënten vergeleken met die van 114 mensen zonder ALS. Hieruit konden onderzoekers afleiden welke hersenschorsregio’s dunner waren bij ALS-patiënten dan bij controlepersonen zonder ALS. Daarnaast is uit de ‘Allen Human Brain Atlas’ – een atlas met 106 dwarsdoorsneden van de hersenen – afgeleid welke genen waar in de hersenen actief zijn (genexpressiepatronen). Vervolgens zijn zowel de patronen van hersenschorsverdunning van mensen met ALS, als de Allen Human Brain Atlas genexpressiepatronen gekoppeld aan MRI-gegevens en is gekeken of er een link was tussen deze twee patronen.

De eerste resultaten

Uit de analyse bleek dat de plekken van hersenschorsverdunning bij C9orf72- en SOD1-mutatiedragers sterk overeen kwamen met de plekken waar deze genen in de hersenen vooral actief zijn, maar dat dit niet bij alle bekende ALS-genen zo was. Om te onderzoeken of ALS-genen ook daadwerkelijk betrokken zijn bij het proces van hersenschorsverdunning bij ALS, is uit een grote genendatabase een lijst met aan ALS-gerelateerde genen gehaald. Deze genen vergeleken onderzoekers vervolgens met de genen die sterk tot uiting kwamen in de verdunde hersenschorsregio’s. In deze analyse werd geen verband gevonden.

De volgende stap

Omdat de genendatabase waarin de onderzoekers gekeken hebben misschien te klein was om het verband te kunnen aantonen, wordt binnen dit project momenteel gekeken of met een grotere genendatabase (25.000+ ALS-profielen en 90.000+ controleprofielen) wel een verband kan worden gevonden. Ook is de hoop met behulp van deze grotere database nieuwe ALS-genen op het spoor te komen, juist door het verband tussen genenactiviteit in specifieke hersenregio’s en afwijkingen op MRI-scans bij patiënten met ALS.

Prof. dr. Jan Veldink
  • neuroloog en hoogleraar human neurogenetics, UMC Utrecht

Ik zie wekelijks patiënten die verdacht worden van ALS, PLS of PSMA en die voor een definitieve diagnose worden doorverwezen. Binnen het onderzoek richt ik mij vooral op de neurogenetica: het vinden van genen die ten grondslag liggen aan neurologische aandoeningen, in het bijzonder ALS.

Heeft u feedback op dit artikel? Laat het ons weten.