ALS-patiënten lijken een verstoorde energiehuishouding te hebben. Dit blijkt uit onderzoek van het ALS Centrum Nederland. Het voedingspatroon van mensen met ALS voordat zij ziek werden is vergeleken met het voedingspatroon van controlepersonen.
Voor dit onderzoek hebben ALS-patiënten en controlepersonen een vragenlijst ingevuld over wat zij gedurende een maand hadden gegeten. Een aanleiding voor het onderzoek was dat sommige ALS-patiënten flink zijn afgevallen in de periode voordat zij de diagnose ALS krijgen, terwijl zij niet minder eetlust hebben en geen problemen hebben met slikken.
Uit de resultaten blijkt dat ALS-patiënten meer energie (calorieën) tot zich namen in de voeding voordat zij ziek werden dan de controlepersonen. ALS-patiënten hadden vooral meer vette voeding gegeten. Daardoor hadden ze meer verzadigde vetzuren, enkelvoudig verzadigde vetzuren en cholesterol binnengekregen. De gemiddelde BMI (body-mass-index) van patiënten voordat zij ziek werden, was lager dan bij de controlepersonen. De patiënten aten dus meer dan de gezonde mensen, maar waren toch slanker dan de gezonde mensen.
Deze resultaten wijzen op een verstoorde energiehuishouding (energie-metabolisme) bij ALS-patiënten. Het lijkt erop dat ALS-patiënten meer calorieën verbranden in rust en bij beweging dan normaal. Dit heet hypermetabolisme. De energiehuishouding van het lichaam wordt geregeld in de mitochondriën in de cellen. Deze mitochondriën zijn de energiefabriekjes van het lichaam. Toekomstig ALS-onderzoek zal zich daarom richten op deze mitochondriën. Zolang er nog niet meer bekend is, wordt ALS-patiënten aangeraden om te proberen om op gewicht te blijven, ook als zij hiervoor meer moeten eten.
Ook een eerdere studie vond aanwijzingen voor een verstoorde energiehuishouding.