Nieuwe resultaten van onderzoek naar diafragma pacing bij ALS-patiënten

Gepubliceerd op 26 oktober 2016

De uitkomsten van een Frans onderzoek naar vroegtijdige diafragma pacing bij ALS-patiënten (RespiStimALS) zijn gepubliceerd in het toonaangevende tijdschrift Lancet Neurology.

Diafragma pacing: stimulering van het middenrif

Bij diafragma pacing wordt een externe pacemaker geplaatst die het middenrif stimuleert om adem te halen. Diafragma pacing houdt in dat de pacemaker het middenrif seintjes geeft om te bewegen, zodat de patiënt in- en uitademt. Bij ALS zou diafragma pacing de achteruitgang van de middenrifspier mogelijk kunnen vertragen. Dit bleek uit een studie die gedaan was tussen 2004 en 2009, waarna diafragma pacing als levensverlengende behandeling bij bepaalde ALS patiënten werd goedgekeurd door de FDA.

Onverwachte resultaten uit de DiPALS studie

Uit de resultaten van een Britse studie (DiPALS), gepubliceerd in 2015, bleek echter het tegenovergestelde: patiënten met diafragma pacing leefden korter dan patiënten met niet-invasieve beademing. De studie is om deze reden vroegtijdig stopgezet. In deze studie deden in totaal 74 ALS-patiënten mee aan de studie. Patiënten in de groep met beide diafragma pacing en niet-invasieve beademing leefden gemiddeld 11.1 maanden vanaf de start van de studiedeelname, vergeleken met 22.8 maanden bij patiënten met alleen niet-invasieve beademing.

RespiStimALS trial

Een van de kritiek punten op de DiPALS studie was dat de deelnemers in de studie op de hoogte waren van welke behandeling zij kregen: patiënten werden of geopereerd of kregen de normale behandeling. Om deze reden kon niet worden uitgesloten dat de negatieve resultaten daadwerkelijk het gevolg waren van de pacemaker. Andere studies hebben namelijk aangetoond dat een operatie mogelijk ook de levensverwachting van ALS patienten kan verkorten. Dus waren de negatieve resultaten het gevolg van de pacemaker of van de operatie?

De RespiStimALS trial geeft meer duidelijk hierover. De trial was zo ontworpen dat alle deelnemers de operatie ondergingen. Aan het einde van de operatie werd besloten bij wie de pacemaker daadwerkelijk werd geactiveerd en bij wie niet. De patiënt, zijn partner en de onderzoeker waren alle niet op de hoogte wie een geactiveerde pacemaker had (“tripple-blind”). Het uiteindelijke doel van de studie was om te bepalen of het moment van continue niet-invasie beademing uitgesteld kon worden d.m.v. diafragma pacing. De trial werd na bekendmaking van de resultaten van de DiPALS studie eerder gestopt. Uiteindelijk werden 74 patiënten geopereerd, van wie 37 daadwerkelijk een geactiveerde pacemaker had, de overige 37 patiënten diende als controle groep. Uit de resultaten bleek dat de groep met actieve diafragma pacing geen baat heeft gehad en zelfs eerder aan de continue niet-invasieve beademing ging (gemiddeld na 6.0 en 8.8 maanden, respectievelijk).

Discussie

De auteurs van het artikel concluderen dan ook dat het vroegtijdig starten van diafragma pacing in ALS geen baat oplevert en mogelijk zelfs schadelijk kan zijn. Als kanttekening, de deelnemers die meededen aan de RespiStimALS trial voldeden niet aan de criteria van de FDA om in aanmerking te komen voor diafragma pacing. Echter, uit zowel de DiPALS studie, als de RespiStimALS studie lijkt diafragma pacing mogelijk nadelig te zijn en zouden de FDA criteria op z’n minst herzien moeten worden.

Meer informatie