MRI als diagnostisch hulpmiddel bij spier- en zenuwaandoeningen

Gepubliceerd op 25 oktober 2017

Op 11 oktober jl. heeft Jos Oudeman met succes zijn proefschrift verdedigd. In het kader van promotieonderzoek in het AMC in Amsterdam heeft hij de mogelijkheden onderzocht van MRI als diagnostisch hulpmiddel bij spier- en zenuwaandoeningen. Hierbij heeft hij vooral onderzocht of MRI een goede toevoeging kan zijn bij de diagnostiek van verschillende spier/zenuwaandoeningen.

Het proefschrift is opgedeeld in twee delen: onderzoek naar spierschade en naar zenuwaandoeningen. Het eerste gedeelte richt zich op het meten en afbeelden van veranderingen in de spieren als gevolg van beweging (zoals hamstringblessures bij marathonlopers) en het tweede deel richt zich op de toepassing van MRI bij diverse zenuwaandoeningen (neuropathieën), zoals multifocale motorische neuropathie (MMN), chronische inflammatoire demyeliniserende polyneuropathie (CIDP) en de op beide diagnoses lijkende segmentale spinale spieratrofie (segmentale SMA).

MRI

Het is van groot belang de juiste diagnose te stellen omdat MMN en CIDP in tegenstelling tot segmentale SMA goed behandelbaar zijn. Het onderscheid berust grotendeels op zenuwgeleidingsonderzoek. Met dit onderzoek kan het echter desondanks lastig zijn om vast te stellen of het om een behandelbare vorm van neuropathie gaat. In het onderzoek beschreven in dit proefschrift is aangetoond dat beeldvorming (MRI en echografie dat met geluidsgolven plaatsvindt) van de perifere zenuwen hierbij kan helpen.

3D beeld

In beide delen van het proefschrift wordt de ontwikkeling van een op MRI gebaseerde techniek (diffusion tensor imaging) beschreven die het mogelijk maakt om spier- en zenuwweefsel in 3D te reconstrueren, maar ook om veranderingen op celniveau te meten. Daarnaast wordt de ontwikkeling van de zogenaamde MR-neurografie beschreven, een techniek waarbij de zenuwen in detail kunnen worden afgebeeld. Ook de waarde van de echografie van de zenuwen is onderzocht. Het onderzoek met beide technieken (MRI en echografie) toonde aan dat patiënten met een behandelbare vorm van neuropathie konden worden geïdentificeerd en worden onderscheiden van patiënten met segmentale SMA.

Het onderzoek heeft bijgedragen aan de beschikbaarheid van MRI van de zenuwen (magnetic resonance neurografie) voor de klinische praktijk. Echografie en MRI worden in het AMC en in het UMC Utrecht ingezet indien er twijfel bestaat over de diagnose MMN, CIDP of segmentale SMA.

Proefschrift: Diffusion Tensor Imaging: a diagnostic tool for neuromuscular conditions – Jos Oudeman