Van donderdag 21 tot zaterdag 23 mei was het ENCALS congres in Dublin, Ierland. ENCALS is het Europese Netwerk van ALS Centra die samen tot doel hebben om effectieve behandelingen voor ALS te vinden. Meer dan 270 onderzoekers van over de hele wereld kwamen naar Dublin om de voortgang in het onderzoek naar ALS te bespreken. Prof. Orla Hardiman van het Trinity College Dublin was de organisator van dit congres, in samenwerking met Leonard van den Berg, coördinator ALS Centrum Nederland en voorzitter van ENCALS.

EIM, een nieuwe meting voor de spierkwaliteit
Het congres startte met de lezing van Prof. Rutkove uit Boston over EIM, Electrical Impedance Myography. Dit is meting van de kwaliteit van de spieren die een indicatie geeft van de snelheid van het ziekteverloop. Bij EIM worden elektrodes op de huid geplaatst. Dit is pijnloos. Met EIM zou mogelijk de ziekteprogressie in de spieren gemeten kunnen worden. Dit zou een snelle uitkomstmaat kunnen zijn in onderzoek naar potentiele geneesmiddelen. Onderzoekers bekijken nu wat de meerwaarde is van het gebruik van EIM naast de gebruikelijke maten in wetenschappelijk onderzoek, zoals de ALS-FRS vragenlijst naar het functieverlies. Prof. Rutkove heeft met EIM in 2011 een speciale Biomarker prijs gewonnen van Prize4Life, een stichting opgericht door een ALS-patiënt om het wetenschappelijke onderzoek te versnellen.
Genetisch onderzoek
Op de donderdag werd ook gepresenteerd over genetisch onderzoek. De eerste resultaten van Project MinE werden gedeeld. Project MinE is het grootste genetische onderzoek naar ALS ooit dat door onderzoekers wereldwijd wordt uitgevoerd. Recent is en nieuw ALS-gen gevonden, het Tuba4A-gen. Dit gen kon alleen gevonden worden dankzij de Project MinE gegevens (met whole genome sequencing) van de DNA-profielen van patiënten en gezonde controlepersonen. Dr. Russel McLaughlin uit Dublin presenteerde uitkomsten van een studie die ook verbonden is aan Project MinE. Deze Ierse onderzoeker maakt deel uit van het Project MinE consortium. Het onderzoek van McLaughlin richtte zich op de genetische overlap in de aanleg voor ALS en schizofrenie. Er bleek een hoger dan verwachte genetische overeenkomst te zijn. Dit geeft aanleiding om behandelingen en werkingsmechanismen voor schizofrenie te bestuderen en te kijken of dit aanwijzingen geeft voor het ontwikkelen van effectieve behandelingen voor ALS. Het genetische onderzoek Project MinE gaat in hoge snelheid voort doordat 13 deelnemende landen, waaronder de Verenigde Staten en Australië, DNA-profielen analyseren met whole genome sequencing. De komende jaren worden op basis hiervan meer ontdekkingen van ALS-genen en aanwijzingen voor toekomstige behandelingen verwacht.
Cognitieve gevolgen van ALS
De donderdagmiddag sessie richtte zich op de cognitieve- en gedragsveranderingen van ALS. Bij 5-10% van de ALS-patiënten is er ook sprake van Fronto Temporale Dementie (FTD). Van alle ALS-patiënten heeft 30-50% lichte cognitieve symptomen, zoals gedragsverandering. Prof. Sharon Abrahams uit Edinburgh, Schotland, presenteerde over deze cognitieve symptomen. Met de ECAS, een cognitieve test, werd onderzocht hoeveel patiënten cognitieve gevolgen van ALS hadden. Bij 21% van alle ALS-patiënten was sprake van apathie, zoals sterk afgenomen interesse in de wereld om iemand heen en afgenomen initiatief om activiteiten te ondernemen. Bij 19% van de patiënten was sprake van verminderde empathie, een verminderd vermogen om zich te verplaatsen in de positie van anderen en begrip voor anderen te tonen. Bij 10% van de mensen met ALS was er sprake van dwangmatig gedrag, zoals het dwangmatig herhalen van bewegingen of tics. Op basis van dit type onderzoek wordt geprobeerd om de revalidatiezorg beter te laten aansluiten op de klachten die patiënten hebben. Ook in de begeleiding van mantelzorgers kan hiermee mogelijk in de toekomst beter rekening mee worden gehouden. Bovendien is het voor de ontwikkeling van nieuwe behandelingen belangrijk om een volledig beeld te hebben van de gevolgen van ALS en de ontwikkeling van het ziekteproces in het lichaam.

Onderzoeker Jessica de Wit van het ALS Centrum en het Kenniscentrum revalidatiegeneeskunde UMC Utrecht
Onderzoek met ALS-vliegen
Er werd ook gepresenteerd over onderzoek met ALS-vliegen. Deze vliegen zijn genetisch gemanipuleerd, een ALS-gen met een mutatie is ingebouwd in het DNA van deze muggen. Dat gebeurt meestal door het toedienen van een virus met deze mutatie in het ALS-gen. Er zijn verschillende ALS-genen. Een mutatie op deze genen geeft een verhoogd risico op ALS. Dit type onderzoek wordt gedaan om er achter te komen wat er in een cel misgaat door een mutatie in een ALS-gen. Een nadeel van dit type onderzoek is dat verschillen tussen de vlieg en mensen altijd een vertaalslag geven. Daarom wordt er aanvullend ook onderzoek gedaan met stamcellen die ontwikkeld zijn uit huidcellen van patiënten.
Uit stamcellen gekweekte motorneuronen
Op zaterdagochtend werd gepresenteerd over onderzoek met uit stamcellen gekweekte motorneuronen (motorische zenuwcellen). De stamcellen zijn op hun beurt gekweekt uit huidcellen van ALS-patiënten met een mutatie op een van de ALS-genen. In de gekweekte motorneuronen in het lab wordt bestudeerd wat de gevolgen zijn van de bekende mutaties (veranderingen) in ALS-genen. De meeste genen coderen voor een eiwit. Dat betekent dat de cel op basis van dat gen een eiwit bouwt. Door een mutatie in een gen kan er dan iets fout gaan bij het bouwen van een eiwit. Omdat elk eiwit specifieke functies heeft binnen een cel leidt een fout eiwit tot fouten in de processen in een cel. Bij ALS leiden deze fouten uiteindelijk tot de celdood, het afsterven van motorneuronen.
Onderzoek met de gekweekte motorneuronen vindt plaats in verschillende labs wereldwijd, die elk meestal een specifieke focus hebben gekozen op bepaalde ALS-genen en eiwitten en de interactie tussen alle eiwitten in een motorneuron bestuderen. Het onderzoek richt zich ook steeds meer op astrocyten. Ook astrocyten worden gekweekt vanuit stamcellen, om te kijken wat hun rol is bij het ziekteproces van ALS. Astrocyten zijn steuncellen voor de motorneuronen. Astrocyten scheiden stoffen uit die de motorneuronen stimuleren. Echter bij ALS is gevonden dat astrocyten ook toxische (giftige) stoffen kunnen afscheiden naar de motorneuronen. Het onderzoek richt zich daarom in toenemende mate op de interactie tussen de motorneuronen en de astrocyten.
Naar aanleiding van dit onderzoek werd gediscussieerd over aanwijzingen voor het ontwikkelen van potentiele toekomstige therapieën. Het inzicht in de celprocessen die misgaan door een mutatie in een ALS-gen is nodig om effectief te kunnen ingrijpen in de motorische zenuwcellen met een behandeling.
MRI-scans van de hersenen
Ook het Utrechtse onderzoek naar verspreiding van ALS in de hersenen werd gepresenteerd, door ir. Ruben Schmidt. Dit onderzoek suggereert dat de ziekte zich verspreidt in de hersenen via de uitlopers (axonen) van de motorische zenuwcellen (witte stof in het brein). Meer over dit onderzoek leest u in het nieuwsbericht over de studie van Ruben.

Uitwisseling tijdens de poster sessie
Meer informatie
Dit congres was het dertiende ENCALS congres. In 2016 zal het congres plaatsvinden in Milaan van 19 tot 21 mei.
- Meer informatie vindt u op www.encals.eu
- Op de research blog van de Britse MND association verschijnen binnenkort verslagen van het ENCALS congres.