Verslag van sessie over biomarkers op ALS congres Boston

Gepubliceerd op 15 december 2017

Op het ALS symposium in Boston, Verenigde Staten, werden veel onderzoeksresultaten besproken. Een ploeg van ongeveer 20 onderzoekers van het ALS Centrum UMC Utrecht was aanwezig om hun eigen onderzoek te presenteren. Zij doen graag verslag voor u. Onderzoeker Paul Hop beschrijft de sessie over biomarkers voor u.

Het internationale ALS symposium vond plaats van 8 tot 10 december 2017. Ongeveer 1200 onderzoekers van over de hele wereld waren drie dagen bijeen om de laatste onderzoeksresultaten te bespreken.

Deze sessie ging over potentiële biomarkers die relevant zijn voor ALS. Biomarkers zijn indicatoren van ziekteprocessen die meetbaar zijn in bijvoorbeeld het bloed of de urine. Zo zijn we geïnteresseerd in biomarkers die kunnen helpen met het eerder stellen van de diagnose, of die ons informeren over de prognose van de ziekte.

Neurofilamenten zijn een veelbelovende biomarker voor ALS. Neurofilamenten zijn eiwitten die een rol spelen in de structuur van neuronen. Meerdere studies hebben al aangetoond dat in het bloed en hersenvocht van ALS-patiënten een verhoogde hoeveelheid neurofilamenten aanwezig is, waarschijnlijk doordat neuronen afsterven, waarna de neurofilamenten in het bloed en hersenvocht terechtkomen. Twee presentaties in deze sessie (Benatar Michael en Elizabeth Gray) gingen over neurofilamenten. Zij lieten zien dat neurofilamenten in zowel het bloed als ook het hersenvocht kunnen worden gebruikt om ALS-patiënten te onderscheiden van gezonde controles. Bovendien kan met een behoorlijke precisie ALS worden onderscheiden van ziektes die lijken op ALS. Wat met name interessant is, is dat al 12 maanden voordat de ziekte gediagnosticeerd wordt de neurofilamenten al stijgen, waardoor neurofilamenten gebruikt zouden kunnen worden om de diagnose eerder te stellen. Dit is belangrijk, aangezien het na de eerste symptomen vaak nog maanden duurt voordat de diagnose gesteld kan worden. Bovendien is de hoeveelheid neurofilamenten geassocieerd met het ziekteverloop, waardoor neurofilamenten mogelijk kunnen worden gebruikt om een preciezere prognose vast te stellen.

Een tweede interessante biomarker is het zogenoemde extracellulaire domein van neutrotrofine receptor p75 (afgekort: p75ECD). Deze stof kan gemeten worden in de urine en is verhoogd in ALS-patiënten. Evenals neurofilamenten, kan p75ECD helpen met het diagnosticeren van ALS, en is de concentratie p75ECD geassocieerd met de progressie van de ziekte. p75ECD heeft als voordeel dat het gemeten kan worden in urine, wat makkelijker af te nemen is dan bloed of hersenvocht.

Al met al werden er veelbelovende biomarkers gepresenteerd in deze sessie. Het grote voordeel van de gepresenteerde biomarkers is dat ze relatief makkelijk meetbaar zijn (in de urine of in bloed). Ik ben dan ook zeer benieuwd of vanuit dit onderzoek de vertaalslag kan worden gemaakt naar de kliniek en deze biomarkers ook daadwerkelijk de diagnose kunnen versnellen en kunnen leiden tot een preciezere prognose. We zullen deze ontwikkelingen op de voet blijven volgen en hopen op het volgende congres hier meer over te horen.

Meer verslagen van sessies

Lees ook de verslagen van andere sessies:

Alle besproken resultaten staan online!

Alle inhoud van dit congres staat openbaar online. Lees de volledige Engelstalige abstracts van lezingen en van poster presentaties. Lees ook de Engelstalige updates op de MND research blog van de Britse MND Association. Ook Engelstalige verslagen, uitleg en veel presentaties van dit congres zijn beschikbaar.