Verslag sessie MRI-onderzoek op ALS symposium Boston

Gepubliceerd op 11 december 2017

Afgelopen dagen vond het internationale ALS symposium plaats in Boston, Verenigde Staten. Meer dan duizend onderzoekers en neurologen wereldwijd deelden hun laatste onderzoeksresultaten. Een ploeg van ongeveer 20 onderzoekers van het ALS Centrum UMC Utrecht was aanwezig om hun eigen onderzoek te presenteren. Zij doen graag verslag voor u. Arts-onderzoeker Kevin van Veenhuijzen beschrijft de sessies over beeldvormend onderzoek bij ALS. Met MRI-beelden van de hersenen en het ruggenmerg wordt bestudeerd wat er gebeurt met de zenuwcellen bij ALS. 

Arts-onderzoeker Kevin van Veenhuijzen

Ons ‘eigen’ Nederlandse ALS Centrum heeft aangetoond dat er met behulp van MRI-beelden verschillen te zien zijn in de hersenen van verschillende groepen ALS-patiënten (bulbair/spinaal aangedaan, wel/geen C9orf72-mutatie, sinds kort/langdurig klachten) en controles. Dit kan belangrijk zijn voor hoe we naar ALS-patiënten kijken in trials, en dat het belangrijk is om patiënten zo vroeg mogelijk aan wetenschappelijk onderzoek te laten participeren.

Onze collega-onderzoekers in het Verenigd Koninkrijk onderzochten of er aan de hand van verdunning van de hersenschors iets te zeggen was over de prognose van een ALS-patiënt. Het lijkt aan de hand van de resultaten inderdaad dat wanneer er meer verdunning plaatsvindt, met name in de motorschors, er een verslechtering is van de prognose.

Onderzoekers van de universiteit van Pennsylvania (VS) wilden weten of stroomsnelheid van het bloed in de hersenen van ALS en FTD-patiënten anders is dan bij gezonde mensen. Dit deden ze met behulp van een zogeheten diffusie MRI-scan, waarbij met gelabeld bloed zeer precies gevolgd kan worden waar dit heen stroomt en met welke snelheid. Het lijkt inderdaad zo te zijn dat het bloed in de motorschors (buitenste deel van het brein) bij ALS-patiënten slechter doorstroomt, en bij FTD juist sterker! Mogelijk is dit een weerspiegeling van schade en poging tot herstel in dit gebied. Bij verdere ontwikkeling en controles zou dit mogelijk een manier kunnen worden om ALS of FTD in een vroeg stadium op te sporen.

De onderzoekers uit Duitsland hebben dieper in de hersenen gekeken bij hun studie. Een klein maar belangrijk onderdeel in de hersenen, de hypothalamus, wordt ervan verdacht aangedaan te zijn bij ALS. De onderzoekers hebben met behulp van MRI aangetoond dat de hypothalamus inderdaad verkleint bij ALS-patiënten, nog voordat deze patiënten klachten van spierzwakte ontwikkelen. Er lijkt ook een verband te zijn tussen BMI (Body Mass Index) en het volume van dit hersengebied, wat interessant is omdat de hypothalamus ons eetgedrag mogelijk beïnvloedt.

Naast dat er veel onderzoek gedaan wordt naar het brein, wordt er ook veel gekeken naar het ruggenmerg. Onze collega’s in Frankrijk hebben zich hier de afgelopen tijd mee bezig gehouden, waarbij zij wilden zien of er naast verdunning in de hersenen ook verdunning in het ruggenmerg te zien was -iets wat erg lastig is vanwege veel bewegingen in de buurt (longen en hart). Ze hebben inderdaad verdunning van het ruggenmerg gezien, en als ze heel precies kijken naar de binnenkant kunnen ze goed onderscheid maken tussen patiënten en controles. Het lukte ze verder zelfs in redelijke mate om aan de hand van de afbeeldingen een inschatting te maken van hoe geïnvalideerd iemand zal zijn na 1 jaar.

Kevin: “Het congres was erg inspirerend. We gaan met volle vaart verder met ons MRI-onderzoek op het UMC Utrecht en overleggen regelmatige met buitenlandse onderzoekers. Door te bestuderen wat er in het brein en het ruggenmerg gebeurt bij ALS, willen we aanwijzingen vinden voor nieuwe behandelingen.”

Meer verslagen van sessies

Lees ook de verslagen van andere sessies: